Zaguljal ja molodec

    Ik jonge kerel wandel langs de Wolga,
    aan de kant van bergen.

    Dan komen daar boten aangevaren,
    met daarin flinke kerels,
    het zijn kooplui uit Astrakan.
    Zij zingen een liedje,
    Een liedje over een meisje,
    dat onwaarheden over mij schrijft,
    Alsdat ik alle dagen in de kroeg zit,
    dat ik het aanleg met allerlei vrouwvolk!

    Dat is helemaal niet waar!

    X