Een Oekraïns volkslied vol weemoed en
verlangen naar de Oekraïne.
De Nederlandse vertaling luidt:
Mijn gedachten; ik heb het moeilijk met jullie.
Waarom zijn jullie niet op papier gezet,
Waarom heeft de wind jullie niet verwaaid
Als het stof over de steppe.
O, gedachten, mijn kinderen, mijn bloemen;
Ik heb jullie grootgebracht en gevoed,
Ga naar ons Oekraïne, mijn kinderen!
Daar vind je het oprechte hart
en het liefdevolle woord.
Neem hen op Moeder Oekraïne;
mijn onschuldige kinderen!
De kozak en de raaf
Zeg raaf wat zit je daar op die tak?
Ik ben je nog niet voor jou!
Ga naar mijn dorp
Ga naar mijn moeder
En vertel haar dat ik gestorven ben voor het Vaderland
Als je terugkomt ben ik voor jou!
Het meisje oogst gierst
Helder schijnt de maan,
Hij staat hoog en niet laag
Als op de zuivere akker
het meisje gierst oogst
Zij snijdt in in haar blanke handen
Ik zal mijn wanten uitdoen
En aan het meisje geven
Zodat zij niet in haar handen snijdt.
De twaalf rovers
Het bekende lied over een roverhoofdman Pitirim.
Als, op een goede dag in het woud, God hem verschijnt krijgt hij berouw.
De roverhoofdman komt tot inkeer en doet intrede in het klooster.
Naar goed gebruik neemt hij de kloosternaam aan en laat zich voortaan Pitirim noemen. In dit lied bezingt hij wat er zoal gebeurt is wat hem tot deze stap bracht.
Het refrein wordt door een solist begeleidt door de, voor de duur van het lied, 24 rovers.
Of zijn het juist de monniken, die zijn verhaal ondersteunen?
Stenka Razin is van de hand van Imjalov.
De melodie echter is van oorsprong Oosterijks
Zonder overdrijving kan men zeggen dat lied tot het ijzeren repertoire behoort van de Russische volksmuziek,
Het lied handelt over de roverhoofdman Stenka Razin en zijn bende die met zijn schip over de Wolga vaart.
Zij hebben een Persische prinses gevangen.
Stenka Razin wil haar voor zich houden, maar daaar zijn de mannen het niet mee eens, want zij zouden immers de buit altijd eerlijk verdelen.
Goede raad was duur. Wat nu?
Haar letterlijk opdelen was ook hen te gruwelijk, daarom komen zij tot een betere (?) oplossing.
Zij pakken haar op en werpen de prinses in de Wolga.
Wolga, Wolga.
Rustig stroomt zij verder.
Zonder idee wat de Don Kozak van zin is.
Ik jonge kerel wandel langs de Wolga,
aan de kant van bergen.
Dan komen daar boten aangevaren,
met daarin flinke kerels,
het zijn kooplui uit Astrakan.
Zij zingen een liedje,
Een liedje over een meisje,
dat onwaarheden over mij schrijft,
Alsdat ik alle dagen in de kroeg zit,
dat ik het aanleg met allerlei vrouwvolk!
Dat is helemaal niet waar!
Loflied op moedertje Rusland
Hej jij Moedertje Rusland
Je bent de moeder van ons Russen
Jij krijgt alle eer,
Je zonen zullen worden geboren
en de goede mensen noemen hen
“Doncy” (Don Kozakken)
Zoals de tekst van de Nederlandse vertaling al doet vermoeden; een ingetogen wiegeliedje.
Mooi in al zijn eenvoud.
Over avondschemering, die viel,
Naderend over de velden,
In stille koelte viel de avond in slaap.
Refrein:
Goede nacht, stille rust,
Als goddelijke bescherming
over de slapende wereld
refrein:
De maan komt op en gaat hoog
Haar zilveren glans
glinstert in de rivier
refrein:
Een ieder die gewerkt heeft,
op de winterse akker
Zal God rust en vreugde zenden.
Refrein:
Het Hoorns Byzantijns Mannenkoor heeft inmiddels al een aardig repertoire aan Kozakkenliedjes opgebouwd.
Telkens blijkt weer uit deze liederen dat een kozak zijn leven niet zeker was.
Veel drinken zal misschien niet gezond zijn, maar op een slagveld is ide kozak zijn leven helemaal niet zeker.
Om de stemming er in te houden, zijn zij fluitend onderweg naar datzelfde slagveld en zingen om de moed erin te houden.
Over Maruska die thuis wenend om haar mogelijk verloren liefde, Over moeder die tot haar zoon heeft gezegd:
“Ga maar zoon, maar keer niet terug!”
Hmm… je zal maar zo’n moeder hebben!
Stroomafwaarts op Moedertje Wolga
barst een onweer los
De bui drijft onweerstaanbaar stroomopwaarts.
Een silhouet van een bootje glijdt over de golven.
Haar zeil steekt wit af. De mutsen van de roeiers zwart.
Op het achtersteven zit de schipper, hij zelf heeft dienst.
In zijn zwart fluwelen hemd roept uit:
“Hej, vooruit, barst maar los, vrienden!
Stroomafwaarts op Moedertje Wolga raast een onweer!”
[Dreigende luchten boven Moedertje Wolga]